Bij Computest busten we graag mythen over DevOps. Zo graag, dat we een speciaal team aan DevOps Mythbusters hebben. Maar welke mythen over de implementatie van DevOps horen we nou het meest? We zetten er 5 op een rij. En ontkrachten ze ook gelijk.

Mythe 1: DevOps implementeren ligt alleen bij IT

“DevOps, daar moeten we iets mee.” Veel organisaties roepen het, zonder te weten wat DevOps echt inhoudt. Als je de naam volledig uitschrijft krijg je al een beter idee: Development & Operations. Het is een cultuur waarin ontwikkelprocessen helemaal verweven zijn met het draaien van de organisatie. En spoiler alert: een cultuur veranderen, dat gaat een IT-afdeling nooit in z’n eentje lukken. Het hele bedrijf moet mee, van management tot business.

Bij oude IT-processen wordt veel gewatervald. Dat wil zeggen: van bovenaf komt een softwareklus, die na een lang ontwikkelproces wordt opgeleverd. DevOps werkt andersom. Het is een bottom-up beweging, waarin DevOps-teams het mandaat krijgen om zelfstandig software te bouwen, testen en releasen. Da’s eng voor managers en leidinggevenden, want die moeten de volledige verantwoordelijkheid en ownership bij de teams durven leggen. Als je die dus niet meeneemt bij de implementatie van DevOps, maak je het IT heel lastig.

Naast management moet je ook de businesskant betrekken bij DevOps. Want idealiter wordt er Agile gewerkt. Dat wil zeggen in korte, iteratieve sprints, zodat er heel snel veel waarde voor de business wordt geleverd. Businessanalisten spelen een belangrijke rol bij het bepalen en terugkoppelen van die waarde. Kijk maar naar Spotify. Die begonnen met het belangrijkste: liedjes aan playlists kunnen toevoegen. Daarna kwamen gebruikersprofielen. Daarna bibliotheken, persoonlijke reclames en live concerten. Allemaal in kleine stukjes in de juiste volgorde, in plaats van alles tegelijk, met alle risico’s van dien.

DevOps implementeren heeft grote gevolgen voor de hele bedrijfscultuur. Als je het echt goed wil doen, zorg je ervoor dat de verantwoordelijkheid door de hele organisatie genomen wordt.

Mythe 2: overgaan op DevOps kan gewoon met je huidige bedrijfsstructuur

Om als bedrijf over te gaan op die DevOps cultuur kan de manier van werken niet achterblijven. Toch willen veel organisaties de bedrijfsstructuur niet veranderen. Ze willen de DevOps-implementatie binnen het huidige organisatiemodel doen, want het is allemaal al duur genoeg. Toch geldt: met business as usual kom je er niet.

Ja, DevOps is een cultuur, maar het floreren daarvan is onlosmakelijk verbonden met hoe je organisatie is ingericht. Cultuur én structuur moeten dus veranderen. Neem daarom je organisatiemodel onder de loep. Wie doet wat? Waar zitten de gaten? Dan is het tijd voor actie. Je vervult nieuwe functies en richt bestaande functies anders in. Van titel tot takenpakket. Geen Project Managers, maar Product Owners. Geen IT Managers, maar Scrum Masters.

Toegegeven: dat kost geld en tijd. Maar het betaalt zich allemaal supersnel terug.

Mythe 3: een goed DevOps team hoeft alleen uit developers te bestaan

DevOps heeft weliswaar een technische basis, maar dat betekent niet dat je alleen maar techneuten binnen je DevOps-teams moet hebben. Want wat je dan krijgt? Ontwikkelaars onder elkaar, die stiekem alleen maar code willen knallen. Terwijl er bij DevOps meer komt kijken dan enen en nullen.

Businesswensen analyseren. Architectuur inrichten. Databases optuigen. Testframeworks opzetten. Tests schrijven. Release- en deploymentprocessen inrichten. En dan operatie- en monitoringwerkzaamheden. Da’s een boel vakjargon achter elkaar, maar al die stukjes zijn ook echt vakken apart. Waarvoor je binnen een DevOps-team dus verschillende vakmensen nodig hebt. Front-enders, back-enders, businessanalisten, technische analisten, technische beheerders, testers, product owners, enzovoort.

Richt je DevOps-teams dus divers in. Je zult zien dat hoe volwassener ze worden, hoe breder hun kennis wordt. Natuurlijk blijven teamleden hun eigen specialiteit houden, maar op een gegeven moment kunnen ze ook werkzaamheden van elkaar oppakken. Dat vergroot niet alleen de inzetbaarheid, maar ook de teamsynergie, zoals dat zo mooi heet.

Mythe 4: overgaan op DevOps is zo gepiept

We zien het nog steeds: bedrijven die onderschatten hoe moeilijk een (IT-)transformatie als DevOps is. Er komt veel meer bij kijken dan ze vaak denken. Migreren naar de cloud met software die daar misschien niet geschikt voor is. Grote stukken software (monolieten) ontmantelen of herschrijven in van elkaar onafhankelijke stukjes functionaliteit (microservices) welke het team in productie kan brengen. Goed Agile leren werken. De DevOps cultuur adopteren. En dat allemaal aan elkaar verbinden met een goed organisatiemodel. Ga er maar aanstaan.

Om dit allemaal voor elkaar te krijgen heb je als bedrijf ambitie, focus en uithoudingsvermogen nodig. En de wil om te veranderen. Qua processen en techniek, maar vooral bij je mensen. Want niet iedereen is in staat zomaar te switchen naar een nieuwe mindset, manier of methode. Kijk naar Agile werken alleen al. Bij Computest zijn we ervan overtuigd dat iedereen zich dat eigen kan maken, maar het gaat wel met vallen en opstaan. In kleine stapjes leer je er steeds meer grip op te krijgen. ‘First time right’ – je hoort het vaak, maar het is zelden het geval.

Het is daarom heel belangrijk dat het management goed snapt wat zo’n overgang naar DevOps allemaal inhoudt. Er 100% achter staat. En het ondersteunt met genoeg tijd, budget en mankracht.

Mythe 5: naar DevOps gaan kan prima zonder externe hulp

Oké, als bedrijf begrijp je wat DevOps inhoudt. Je weet wat ervoor nodig is. Je hebt de middelen om het goed te implementeren. En je mensen hebben de wil om te veranderen. Dan kun je het zelf ook goed implementeren, toch? Waarschijnlijk niet. Het is namelijk moeilijk om te achterhalen waar je nou als eerst moet beginnen, of hoe je roadmap eruit gaat zien. En dan hebben we het nog niet eens over alle valkuilen gehad. Daarom is een externe DevOps coach zo waardevol.

DevOps coaches hebben in heel veel verschillende IT-keukens gewerkt en gekeken. Ze weten de good, bad & ugly practices als geen ander. Zo kunnen ze DevOps-teams niet alleen nuttige inzichten geven, maar ook een vliegende start. Met de beste koers bepaald door je DevOps coach kunnen teams binnen een aantal sprints al waarde creëren en aan de business terugkoppelen. Denk aan een proof of concept of MVP met de eerste basisfunctionaliteiten. Product owners kunnen dan heel snel beslissen of het team de juiste weg ingeslagen is. Zo niet, dan kan het op basis van feedback gelijk aanpassingen doorvoeren.

Een DevOps coach maakt ook een transformatieroadmap voor je. Dat is geen vaststaand centraal plan, maar een flexibele, incrementele planning helemaal afgestemd op jouw organisatie. Daarbij beoordeel je na iedere iteratie de behaalde resultaten en waarde. Op basis daarvan bepaal je vervolgens de prioriteit voor het volgende increment. Flexibel en transparant, op ieder niveau van de organisatie, zodat je de DevOps-transformatie altijd snel kunt bijsturen.

Maar coaches hebben niet alleen veel verstand van de DevOps-cultuur en -processen. Ze kunnen ook coachen in de Agile manier van werken, zoals Scrum en SAFe. En zij kunnen richting geven aan hoe je van Monoliet naar Microservices kunt gaan. Ook helpen ze je infrastructuur en applicatielandschap moderniseren. Daarbij adviseren ze je over welke mensen je nodig hebt, of hoe je jonge honden en oude rotten het beste met elkaar combineert om zo teams te creëren met echte transformatiedrive. Die ze vervolgens verder trainen op het gebied van Continuous Integration & Delivery.

Overgaan naar DevOps dus helemaal zelf doen? Wij raden het af. Schakel in plaats daarvan een goeie DevOps coach in, die je transformatie dankzij bakkenvol technische ervaring, strategisch inzicht en mensenkennis zo vlekkeloos mogelijk laat verlopen.

Je ziet: er komt bij het implementeren van DevOps meer kijken dan je misschien denkt. Wil je hier meer over weten? Bel ons, we denken graag met je mee.